Waar wordt op gelet tijdens het theorie-examen voor Lichte educatieve maatregel gedrag & verkeer?

Bekijk de leerdoelen hieronder.

Leerdoelen & toetsmatrijs Lichte educatieve maatregel gedrag & verkeer (LEMG)

LeerdoelWaarop getoetst wordtVerwijst naar

1: Het wettelijk kader van de LEMG op hoofdlijnen beschrijven.

Kennis

Factsheet: Mededelingsprocedure

2: Het proces van verwijzen naar de LEMG en de rol van het CBR daarbinnen uitleggen.

Kennis

Factsheet: Mededelingsprocedure

3: In een gegeven situatie op basis van verwijzingscriteria en eventuele contra-indicaties bepalen welke maatregel van toepassing is.

Toepassing

Factsheet: Mededelingsprocedure

4: De beleidsdoelstelling en uitgangspunten van de LEMG benoemen.

Kennis

Factsheet: Mededelingsprocedure & Blauwdruk LEMG

5: Het verschil tussen de administratiefrechtelijke en strafrechtelijke procedure uitleggen en toelichten hoe beide procedures met elkaar en met de recidiveregeling samen kunnen lopen.

Begrip

Factsheet: Mededelingsprocedure

6: De concrete invloedsfactoren met betrekking tot taakbekwaamheid en taakeisen en achtergronden voor overtredend rijgedrag benoemen.

Kennis

Factsheet: Snelheid & jij

7: De gedragsdeterminanten waarop de LEMG zich richt (aangrijpingspunten) benoemen.

Kennis

Blauwdruk LEMG, LEMG draaiboek

8: De gedragsdoelen van de LEMG benoemen.

Kennis

LEMG draaiboek

In totaal 4 vragen over onderwerpen 1 t/m 8

9: De verschillende programmaonderdelen van de LEMG in de juiste volgorde benoemen en uitleggen waarom voor deze volgorde gekozen is.

Kennis & begrip

LEMG draaiboek

10: Het doel, de functie en stapsgewijze werkwijze van het persoonlijk plan van aanpak in de LEMG noemen.

Kennis

Factsheet: Persoonlijk plan van aanpak

11: De 3 wetenschappelijke gedrags- en werkmodellen waarop de cursussen zijn gebaseerd (Integrated Behavioral Model, Stages of Changes Model en het Model voor Veilig en Verantwoord Rijgedrag) op hoofdlijnen beschrijven.

a. De determinanten in het Integrated Behavioral Model onderscheiden en uitleggen hoe deze van invloed zijn op gedrag.

b. Het ontstaan van gewoontegedrag, manieren om het te doorbreken en de rol die bewust en onbewust leren daarbij speelt uitleggen.

c. De sprongen die deelnemers kunnen maken volgens het Stages of Change model benoemen en uitleggen welke methoden passend zijn om deelnemers daarbij te ondersteunen.

Kennis & begrip

Factsheet: Algemene didactische vaardigheden & Gedrags- en werkmodellen

12: De principes en uitgangspunten van 3 didactische modellen (motiverende gespreksvoering, methode Karin de Galan en didactische basiswerkvormen) beschrijven en uitleggen hoe deze binnen het programma van de LEMG worden toegepast.

Kennis & begrip

Factsheet: Algemene didactische vaardigheden

In totaal 7 vragen over onderwerpen 9 t/m 12

13: De taken, verantwoordelijkheden en rol van de trainer in de LEMG toelichten.

Kennis & begrip

Factsheet: Algemene didactische vaardigheden

14: De verschillende methoden om deelnemers actiever bij de LEMG te betrekken en om hen tot een constructieve deelname aan de LEMG te motiveren op hoofdlijnen beschrijven.

Kennis

Factsheet: Algemene didactische vaardigheden

15: De betekenis van het begrip feedback, de functie ervan binnen het trainingsproces en de eisen die eraan gesteld worden toelichten.

Kennis & begrip

Factsheet: Algemene didactische vaardigheden

16: De methoden die adequaat zijn om conflict- of probleemsituaties op te heffen op hoofdlijnen beschrijven.

Kennis

Factsheet: Algemene didactische vaardigheden

In totaal 2 vragen over onderwerpen 13 t/m 16

17: De verschillende soorten gevaarlijke handelingen indelen op basis van Reason’s theorie over menselijke fouten.

Begrip

Factsheet: Snelheid & jij

18: Uitleggen hoe tekortkomingen in cognitieve-, sociaal-affectieve hogere-orde vaardigheden en kalibratievaardigheden onbedoelde handelingen en overtredingen veroorzaken.

Begrip

Factsheet: Snelheid & jij

19: De 4 clusters van voorspellende factoren (statistische indicatoren, delictgeschiedenis, situatieve indicatoren en klinische en dynamische indicatoren) herkennen.

Kennis

Factsheet: Snelheid & jij

20: De 5 overtredersprofielen van elkaar onderscheiden en de onderscheidende kenmerken en bijbehorende handelingsperspectieven uitleggen.

Begrip

Factsheet: Snelheid & jij

21: De betekenis van de begrippen objectieve en subjectieve verkeersveiligheid, ongevalsrisico en ongevalsernst uitleggen.

Begrip

Factsheet: Snelheid & jij

22: Uitleggen hoe risicovol rijgedrag de verkeersveiligheid beïnvloedt en wat de invloed is van verschillende snelheden op het ongevalsrisico en de ongevalsernst uitleggen.

Kennis

Factsheet: Snelheid & verkeer

23: Enkele situaties en motieven voor wel of niet te hard rijden benoemen.

Begrip

Factsheet: Snelheid & verkeer

24: Uitleggen welke handhavingsmaatregelen getroffen worden.

Begrip

Factsheet: Snelheid & verkeer

25: Uitleggen wat de snelheid betekent voor het rijden in een voertuig: wat is de invloed van snelheid op de stopafstand (reactieafstand en remweg) en op de botskracht, welke omstandigheden spelen daarbij een rol (soort wegdek, weersinvloeden e.d.) en hoe kun je daar als bestuurder invloed op uit oefenen.

Begrip

Factsheet: Snelheid & verkeer